Judith van Setten- van den Brink
Wanneer u bij een ongeval letselschade oploopt, kunnen diverse aansprakelijke partijen of verzekeringen in beeld komen. Bij een verkeersongeval waarbij twee gemotoriseerde voertuigen betrokken zijn, kunt u denken aan een schadeverzekering van de aansprakelijke partij (de WAM-verzekering), een door u zelf afgesloten Schadeverzekering Inzittenden of een door uw werkgever afgesloten ongevallenverzekering, wanneer het ongeval u tijdens uw werk is overkomen. In dit verband is het van belang om de verschillende verzekeringen te onderscheiden, mede omdat de aansprakelijke partij zich met regelmaat beroept op verrekening. In deze blog zal ik dit nader toelichten.
Verrekening
De wet bepaalt dat in geval van situaties waarin eenzelfde gebeurtenis (zoals een ongeval) naast schade ook voordeel oplevert, de verschuldigde schadevergoeding kan worden verrekend met het opkomende voordeel. De vergoedingsplichtige aansprakelijke partij is op grond van de wet namelijk enkel gehouden om de daadwerkelijke schade te vergoeden. Dit heeft in de rechtspraak en literatuur geleid tot discussie. Het laat zich namelijk, mede vanwege de aard van de verschillende verzekeringen, lastig beoordelen.
Onderscheid verzekeringen
Er bestaan grofweg twee typen verzekeringen: de schadeverzekering en de sommenverzekering.
De schadeverzekering voorziet in een uitkering van de daadwerkelijk geleden schade. Het betreft schade die concreet kan worden aangetoond door bijvoorbeeld bankafschriften en facturen. Daaronder valt ook de abstract begrote schade, zoals vergoedingsposten voor de inzet van mantelzorgers en derden die onbetaald huishoudelijk hulp verlenen. Aangetoond moet worden dat de geclaimde schade een gevolg is van het ongeval.
De sommenverzekering onttrekt zich van de concrete schade door een percentage van het verzekerde bedrag uit te keren. Voor het bepalen van de omvang van de verzekeringsuitkering wordt bij een sommenverzekering bijvoorbeeld niet gekeken naar de persoonlijke leefsituatie van de benadeelde. Het vergoedingspercentage is over het algemeen gebaseerd op de mate waarin een medisch expert beoordeeld dat sprake is van een blijvende beperking. Dit noemen we ook wel de Blijvende Invaliditeit Gehele Persoon (BIGP).
Voordeelverrekening en rechtspraak
De Hoge Raad wees eerder een arrest waarin zes gezichtspunten zijn geformuleerd voor de beoordeling wanneer mag worden verrekend. De Hoge Raad wees dit arrest in een zaak waarin een werknemer ernstig letsel had opgelopen tijdens het werk. Er was sprake van een blijvende beperking.
De werkgever had zowel een aansprakelijkheidsverzekering als een ongevallenverzekering afgesloten. Nadat de ongevallenverzekeraar een eenmalige vergoeding had uitgekeerd, richtte de werknemer zich tot de aansprakelijkheidsverzekeraar met een vordering tot schadevergoeding. De aansprakelijkheidsverzekeraar stelde zich op het standpunt dat de uitkering uit ongevallenverzekering moest worden verrekend. Uiteindelijk verschenen partijen bij de Hoge Raad, waar de Hoge Raad oordeelde dat de volgende zes gezichtspunten in acht moeten worden genomen:
Er kan alleen sprake zijn van verrekening indien de uitkering strekt tot vergoeding van dezelfde schade als de schade waarvoor de aansprakelijke partij zich op de voordeelstoerekening beroept.
Wanneer het een uitkering ingevolge een schadeverzekering betreft, mag in beginsel worden verrekend.
Wanneer het een uitkering ingevolge een door de benadeelde afgesloten sommenverzekering betreft, waarvan de benadeelde de premie betaald, komt verrekening in het algemeen niet in aanmerking.
Wordt de premie van de sommenverzekering door de aansprakelijke partij betaald, bestaat aanleiding tot verrekening.
Wanneer de aansprakelijkheid is gedekt door een verzekering is verrekening van een uitkering ingevolge een sommenverzekering als uitgangspunt niet redelijk.
Er is eerder aanleiding voor verrekening wanneer sprake is van risicoaansprakelijkheid dan wanneer de aansprakelijkheid is veroorzaakt door schuld.
Conclusie
Het is in een letselschadezaak niet mogelijk om op voorhand te bepalen of bepaalde vergoedingen moeten worden verrekend wanneer een benadeelde aanspraak maakt op meerdere verzekeringen. De door de Hoge Raad geformuleerde gezichtspunten zijn in deze beoordeling leidend. Indien partijen daar geen overeenstemming over kunnen bereiken, is het uiteindelijk aan de rechter om te beoordelen of er aanleiding bestaat tot verrekening van voordeel.
Deel dit artikel:
Judith van Setten- van den Brink
Letselschadeadvocaat